MBO
PO
VO

Actueel | Partnerschappen SO&P en RAP: vanaf 2023 samen in een RATO

Op 15 december spreekt de Tweede Kamer over het lerarenbeleid. De landelijke lerarenstrategie die voor ligt ter bespreking bestaat uit een mix van structurele en tijdelijke (nood)maatregelen en experimenten rond vier thema’s: regionale samenwerking, onderwijstijd, bevoegdheden en opleiden van leraren. De vakbonden, het ministerie van OCW en de sectororganisaties hebben een werkagenda uitgewerkt met nieuwe stappen n.a.v. het in april afgesloten onderwijsakkoord  rondom de aanpak van het personeelstekort. De afspraken bouwen onder andere voort op de adviezen ‘Samen sterk voor elk kind’ van Merel van Vroonhoven, ‘Tijd voor Focus’ van de Onderwijsraad en recent het advies van Lodewijk Asscher ‘Kinderen eerst’.

Bestaande regionale samenwerkingen worden verder versterkt via Regio’s voor de Arbeidsmarkt van de Toekomst van het Onderwijs (RATO’s) met bindende afspraken over de aanpak personeelstekort. Bekostiging vindt plaats via Regionale Aanpak Personeelstekort (bekostiging wordt duurzaam) en het Samen Opleiden. De ambitie om 100 procent van de leraren op te leiden via de systematiek van het Samen Opleiden wordt verder uitgewerkt in regionaal verband; in de regio’s vindt nauwe afstemming plaats tussen opleidingen en scholen over de inhouden van elke fase van beroepsontwikkeling.

In afstemming met de sectorraden, vakorganisaties en OCW zal het Platform SO&P in het voorjaar met de partnerschappen de ontwikkelingen bespreken. Begin 2023 volgt daarover verdere informatie.

Notitie ‘Kinderen eerst; Kwartiermakersadvies personeelstekort onderwijs’ (L. Asscher e.a.)

De regio’s krijgen de taak en de opdracht het tekort aan te pakken. Zij krijgen de rol om het werven, opleiden, begeleiden en matchen te organiseren. Deze Regio’s voor de Arbeidsmarkt van de Toekomst van het Onderwijs (RATO) worden gevormd door een combinatie van de huidige RAP-regio’s met de SO&P-regio’s. De RATO’s maken hun plannen voor het aanpakken van de tekorten en leggen die voor aan OCW. Om daar een goede op impact gerichte gesprekspartner te bieden wordt binnen OCW een Realisatie Eenheid ingesteld. Die Realisatie Eenheid gaat aanjagen, faciliteren maar ook monitoren en het leren bevorderen. Deze landelijke Realisatie Eenheid faciliteert de regio’s, maar stuurt op de totale impact.

Werkplan op hoofdlijnen | Samen voor het beste onderwijs

Het werkplan/de werkagenda n.a.v. het advies Kinderen Eerst bevat een gezamenlijke inspanning van de beroepsgroep (vertegenwoordigd via vak- en beroepsorganisaties), de schoolbesturen (vertegenwoordigd door de raden), de lerarenopleidingen (vertegenwoordigd via de VH, UNL) en het ministerie van onderwijs om in taaie (stelsel)vraagstukken die daarbij horen stappen te zetten:

  • Goede professionals in een aantrekkelijke werkomgeving;
  • Onderwijsarbeidsmarkt en tekortaanpak
  • Optimaliseren van het bevoegdhedenstelsel;
  • Een landelijke strategie.

Wat staat hierin over het samen opleiden en de partnerschappen SO&P? Een aantal kernpunten:

Regionale aanpak:
Toewerken naar een duurzame samenwerking in de regio van alle betrokkenen bij goed onderwijs. Daartoe worden onderwijsregio’s gevormd waarin afspraken gemaakt worden over de regionale aanpak van het personeelstekort, de zogenaamde Regionale Aanpak Toekomst Onderwijsarbeidsmarkt (RATO). De vorming van onderwijsregio’s (RATO’s) moet bijdragen aan een vereenvoudiging van de huidige versnippering van regionale samenwerkingsvormen en bijbehorende aanpakken en financieringsstromen. De governance binnen deze onderwijsregio’s worden zo vormgeven dat er bindende afspraken tussen de betrokken partijen gemaakt kunnen worden. In overleg met ieders achterban wordt bepaald welke regio’s worden gevormd.

Uitgangspunten daarbij:

  • Partijen willen gezamenlijk in de regio verantwoordelijkheid nemen om te zorgen voor voldoende en (blijvend) goed opgeleid onderwijspersoneel in een doorgaande lijn, in een professioneel uitdagende omgeving, afgestemd op de context en maatschappelijke opgave van de regio.
  • Er wordt gewerkt vanuit de maatschappelijke opgave, die per regio (en ook per sector) kan verschillen. In alle sectoren (po, vo en mbo) geldt dat de aanpak van de tekorten een groot thema is. Daarnaast speelt in alle sectoren dat er ook sprake is van een leerlingendaling. Deze verschillen vragen om een regionale aanpak, mét centrale regie vanuit een landelijk kader. De personele opgave vraagt om doorzettingsmacht. Dat betekent: bindende afspraken tussen alle betrokkenen om in te zetten op de meest impactvolle acties en om schaarste eerlijk te verdelen.
  • Hierbij worden de volgende principes gehanteerd:
    • aansluiten bij het bestaande en de kwaliteit hiervan (zoals groei naar 100% studenten opleiden via SO&P);
    • een lerend systeem met kwaliteitsborging;
    • met betrokkenheid van de beroepsgroep;
    • dicht bij de uitvoering en dicht bij de urgentie en energie;
    • helderheid in sturing en verantwoording;
    • landelijk dekkend.
  • Een Onderwijsregio/RATO bestaat uit vertegenwoordiging van schoolbesturen po en vo, mbo-instellingen, lerarenopleidingen en (vertegenwoordigers van) de beroepsgroep (schoolleiders, leraren, onderwijsondersteunend personeel en opleiders).
  • Vanuit inhoudelijke ontwikkelingen (doorgaande leerlijnen voor leerlingen), om mobiliteit tussen sectoren te stimuleren en om werken in het onderwijs aantrekkelijker te maken (doorgaande leerlijnen voor leraren), is de voorkeur uitgesproken te komen tot een Onderwijsregio/  (RATO) over de sectoren heen. Een Onderwijsregio/ RATO kan ook (nog) sectoraal ingericht worden (RATO po en RATO vo mét mbo) als dat vanuit de analyse in de regio wenselijk blijkt.
  • De Onderwijsregio’s zijn geografische regio’s waarin de samenwerkingsverbanden RAP en SO&P worden geïntegreerd en die onderdeel zijn van de grotere Allianties van lerarenopleidingen. In deze onderwijsregio’s waarin afspraken worden gemaakt over de RATO.
  • Activiteiten zijn in ieder geval gericht op het werven, matchen, opleiden (zowel hbo en wo lerarenopleidingen als educatieve ad-opleidingen en mbo-opleidingen voor onderwijsondersteuners), begeleiden en professionaliseren van onderwijspersoneel. Binnen de RATO wordt de ambitie uitgewerkt om 100% van de studenten op te leiden via de systematiek van Samen Opleiden.
  • De RATO biedt ook voor (toekomstig) onderwijspersoneel een eenvoudig loket voor alle ontwikkelmogelijkheden in de regio op dit terrein.
  • Om bovenbestuurlijk onderwijspersoneel te kunnen aannemen, passend bij de regionale opgave, zoals zij-instromers en een vervangingspool, en middelen te kunnen ontvangen, is er ten behoeve van de RATO een rechtspersoon nodig, bijvoorbeeld in de vorm van een centrale dienst of een penvoerder. In het geval er bovenbestuurlijk binnen de Rato’s onderwijspersoneel in dienst wordt genomen, gebeurt dat op basis van vrijwilligheid. Binnen de RATO wordt bepaald wie de doorzettingsmacht heeft.
  • Er wordt ingezet op duurzame bekostiging voor de Onderwijsregio’s (tbv de RATO) met prikkels die samenwerken bevorderen en concurrentie verminderen. Uitgangspunt is een bundeling van bestaande regelingen en middelen, te beginnen met de middelen voor RAP en SO&P (inclusief de oploop die daarvoor in de begroting is opgenomen). In overleg zal de komende periode worden uitgewerkt of en hoe samenhangend met het regionale plan en passend bij het ambitieniveau van het regionale plan de middelen van de regeling SHRM voor vo en de tegenhanger bij po (pbsl) daaraan toegevoegd kunnen worden Met het groeien van de rol en omvang en betekenis van de RATO kunnen schoolbesturen ervoor kiezen een deel van de reguliere personeelstaken (met bijbehorend budget) door de RATO te laten verrichten; het budget volgt dan de taken.

De vorming van onderwijsregio’s:

  • Alle betrokken partijen ontwikkelen een aanpak om hun achterbannen te betrekken bij en te stimuleren tot de gezamenlijke aanpak van de lerarenstrategie en ten behoeve daarvan de ontwikkeling van de Onderwijsregio’s en de RATO-aanpak;
  • Vanaf februari 2023 starten bijeenkomsten in regio’s voor het aanscherpen van de regionale opdracht om te komen tot een onderwijsregio’s/RATO. Bestaande ondersteuningsstructuren, zoals het Platform Samen opleiden en professionaliseren, hebben hierin een rol.
  • Voor de zomer van 2023 leveren de toekomstige onderwijsregio’s/RATO aan bij de Realisatie eenheid (OCW) met welke partners zij een onderwijsregio/RATO willen vormen. Zo kan uiterlijk juli 2023 een totaaloverzicht van toekomstige regio’s worden gevormd.
  • Op korte termijn (begin 2023) starten wordt gestart met tien voorlopers. In die regio’s formuleren schoolbesturen en lerarenopleidingen bindende samenwerkingsafspraken gericht op het realiseren van de maatschappelijke (personeels)opgave. Deze voorlopers bieden inspiratie en een lerende omgeving aan alle nieuw te vormen regio’s. Hun ervaringen gebruiken we daar continu in.
  • Komend halfjaar ontwikkelen we, parallel aan de ervaringen die de voorlopers opdoen een implementatie-plan waarin we afspraken maken over de governance van de onderwijsregio’s en de landelijke kaders.

Bepalen van de governance en landelijke kaders:

  • Er wordt in het eerste half jaar van 2023 in nauw overleg met de achterbannen een organisatiemodel voor de onderwijsregio’s/RATO opgesteld. Functies, rollen en verantwoordelijkheden van de partijen binnen onderwijsregio’s/RATO worden daarin vastgesteld. Inclusief:
    – op welke wijze de beroepsgroep is vertegenwoordigd binnen de onderwijsregio/RATO;
    – hoe de (mede)zeggenschap is ingericht;
    – hoe de relatie met de educatieve allianties eruit ziet;
    – een escalatiemodel op grond waarvan het ministerie, bij code rood, iemand met doorzettingsmacht kan aanwijzen.
  • De beoogde governance en het landelijke kader worden met de achterbannen besproken en voor de zomer van 2023 in de landelijke Programmaraad vastgesteld.
  • Aanpassing van wetgeving wordt voorbereid, zodat onder meer bij een centrale dienst ook lerarenopleidingen en mbo-instellingen zich aan kunnen sluiten. Hiermee wordt in een instrumentarium voorzien om gezamenlijk ook als rechtspersoon op de kunnen trekken in de regio, en op die manier voor bekostiging in aanmerking te komen en desgewenst als werkgever kan optreden.
  • Bij de voorbereiding van wetgeving worden de arbeidsrechtspositionele implicaties voor werkgevers en werknemers in kaart gebracht en de BTW-risico’s voor een eventuele centrale dienst. Hierbij wordt de juridische structuur en overlegstructuur meegenomen zodat helder is welke wet- en regelgeving/cao van toepassing is.

Start van Onderwijsregio’s/RATO vanaf 1 september 2023:

  • Toekomstige RATO maken een analyse van hun regio en richten hun plannen en afspraken daar zo concreet mogelijk op in, gericht op de regionale opgave ten aanzien van werving, opleiden, professionaliseren en behoud van goed onderwijspersoneel. Een eerste versie van deze plannen wordt voor de zomer 2023 gemaakt zodat leerlingen en personeel met ingang van schooljaar 2023-’24 van de maatregelen (bijvoorbeeld ten aanzien van onderwijstijd) uit deze plannen kunnen profiteren.
  • Een meer uitgewerkte versie van deze plannen is uiterlijk 1 januari 2024 gereed. Waar mogelijk wordt bij het maken van de plannen aansluiting gezocht met  Regionale mobiliteitsteams (RMT’s) waar vakverenigingen en werkgevers met UWV en gemeenten samenwerken om ook mensen van buiten het onderwijsveld te interesseren voor werken in het onderwijs.
  • Vanaf januari 2023 wordt gestart met het opstellen van een duurzaam financieringsinstrument voor de RATO vanaf januari 2024 en verder. Dit is een bundeling van in ieder geval de losse RAP- en SO&P-regeling. Reeds gevormde RATO kunnen vanaf 1 januari 2024 via deze ene regeling alle middelen aanvragen.
Gerelateerde berichten