Subsidiecircus

Deze maand opent de Call SPRONG Educatief, waar aanvragen voor subsidie gedaan kunnen worden voor netwerkvorming. Er zullen uiteindelijk vier aanvragen gehonoreerd worden. Ik heb de afgelopen tijd in diverse gezelschappen gesproken over deze Call, en de belangstelling lijkt groot. Het wordt een heel werk om een goede aanvraag te schrijven en de concurrentie het hoofd te bieden. Als ik bedenk hoeveel manuren hier de komende tijd in gaan zitten door collega’s in het land, dan slaak ik de verzuchting: waar zijn we helemaal mee bezig? Onderzoekers van hogescholen – ook van universiteiten overigens, maar daar is deze Call niet op gericht – zitten over het algemeen in een net iets hogere schaal, en moeten hun tijd strak verdelen tussen onderzoek doen, begeleiden, onderwijs verzorgen, artikelen schrijven, presentaties voorbereiden en verzorgen, vergaderen, netwerken onderhouden, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ikzelf kijk niet op een uurtje meer of minder, en werk al gauw veel meer dan de uren waarvoor ik strikt genomen salaris ontvang. Dat vind ik niet erg, want ik vind mijn werk leuk en mijn onderwerp belangrijk.

image

Zodra een subsidieaanvraag wordt afgewezen, is de geïnvesteerde tijd grotendeels voor niets geweest. Soms lukt het om een aanvraag opnieuw in te dienen bij een andere Call, vaak ook niet. Bovendien heeft elke Call zijn eigen criteria. Wil ik in aanmerking komen voor subsidie, dan moet ik een gewenst onderzoek gaan toeschrijven naar de criteria van de Call. Dat snap ik wel, want organisaties die de subsidies beheren en verdelen, hebben de verplichting om dit goed te bewaken. Het gaat immers om het zorgvuldig verdelen van belastinggeld, op grond van onderzoeksagenda’s die voor meerdere jaren zijn vastgesteld. Het opstellen van dergelijke onderzoeksagenda’s is overigens ook een heel circuit aan overleg, zou wel eens uitgerekend zijn wat dat kost? Maar nu dwaal ik af. En nog een gedachte: al die onderzoeksaanvragen moeten beoordeeld worden, door panels van beoordelaars, die met elkaar moeten overleggen, en die administratief ondersteund worden bij hun werkzaamheden… Terug naar het toeschrijven naar de criteria, waarbij ik me afvraag in hoeverre ik nog steeds het onderzoek kan gaan doen wat ik aanvankelijk in gedachte had. Het blijft laveren tussen eigen wensen, wensen van opdrachtgevers en eisen van subsidieverstrekkers.

Bij de bespreking met een aantal collega-lectoren bedachten we wat het zou opleveren als iedereen zich aan de achterdeur zouden verenigen, en dat er uiteindelijk maar vier aanvragen voor SPRONG educatief worden ingediend. Ik vond het een mooie droom, maar die werd een nachtmerrie toen ik bedacht welk overlegcircus dat weer opleverde.