PO
VO

BLOG Samen opleiden: Duo-stages

Mariëlle Theunissen is sinds 2016 lector Samen Opleiden bij Kenniscentrum Talentontwikkeling van de Hogeschool Rotterdam en houdt een blog bij over samen opleiden. 

Duo-stages – 4 februari 2018

Twee weken geleden kreeg ik deze vraag: wat zegt de literatuur over het plaatsen van studenten in duo’s tijdens stage? Ik vond het een leuke vraag en dook de literatuur in.

image

Duo-stages kunnen niet alleen een kwantitatief probleem oplossen met betrekking tot het aantal beschikbare stageplaatsen, maar zijn ook goed om studenten beter voor te bereiden op het leraarsberoep. Het leraarsberoep wordt namelijk steeds meer als een collectief beroep gezien, waarin leraren samenwerken om het beste onderwijs voor hun leerlingen te realiseren.

De balans in het leraarsberoep tussen uitvoeren en ontwerpen verschuift steeds meer in de richting van ontwerpen, zodat het onderwijs goed kan aansluiten op het leerproces van specifieke leerlingen in een specifieke context. Ontwerpen van onderwijs binnen scholen is een multidisciplinaire activiteit, waarbij samenwerken in bijvoorbeeld Docentenontwikkelteams (DOT) voor de hand ligt. Denk aan vakoverstijgende projecten, een vak als ‘onderzoeken en ontwerpen’ (O&O), of het implementeren van vormen van digitale didactiek. De lerarenopleiding zou daarom samenwerking als inherent onderdeel van het leraarschap moeten beschouwen, en duo-stages kan daarbij een prima vorm zijn.

In de literatuur worden verschillende modellen voor co-teaching geschetst, die gebruikt worden bij duo-stages, met een toenemende mate van samenwerking, variërend van elkaar observeren tot daadwerkelijk samen de les geven met een gezamenlijke planning, uitvoering en evaluatie.

Het overzicht van voor-en nadelen van co-teaching in duo-stages levert over het algemeen een positief beeld op voor zowel de studenten, de werkplekbegeleiders als de leerlingen. Zo ondervinden de studenten steun bij elkaar: veiligheid, en bij elkaar de kunst afkijken. De werkplekbegeleiders ervaren minder werklast, bijvoorbeeld omdat ze een reflectiegesprek met de ene student kunnen voeren, terwijl de andere lesgeeft. En de leerlingen geven aan dat ze meer aandacht krijgen, omdat er meer leraren in de klas zijn. Samen bedenken studenten vaak creatievere lessen dan dat ze alleen zouden hebben bedacht, en daar profiteert ieder van.

Studenten moeten uiteindelijk ook voorbereid worden op individueel lesgeven. Ze moeten ook hun eigen stijl kunnen ontwikkelen. Tijdens de stage kan dit eventuele nadeel ondervangen worden door een planning, waarin ook ruimte is voor individueel lesgeven.

De conclusie van de door mij bestudeerde literatuur is dat duo-stages een volwaardig – en wellicht nog beter –  alternatief is, voor solo-stages. Zomaar klakkeloos invoeren is geen optie: je moet tevoren goed nadenken over modellen en het ondervangen van mogelijke nadelen, zodat de meerwaarde van duo-stages bereikt kan worden.

Overzicht andere blogposts

 

Over Mariëlle Theunissen

Mariëlle Theunissen is onderwijskundige en voltooide haar doctoraal opleiding Onderwijskunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. In 1995 promoveerde zij op een proefschrift naar samenwerking tussen onderwijsorganisaties. Tijdens en na haar promotie werkte Mariëlle als lerarenopleider aan de lerarenopleiding van de Radboud Universiteit Nijmegen en Hogeschool Rotterdam. Tevens is zij docent muziek en CKV aan het Alfrink College in Zoetermeer en is zij betrokken bij de ontwikkeling van de Opleidingsschool Haaglanden.

Gerelateerde berichten