Kennis uit onderzoek helpt bij innovatie en het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Maar hoe zorgen we voor een optimale verbinding tussen onderwijs en onderzoek? En hoe lossen we knelpunten op die het ontwikkelen en delen van kennis in de weg staan? In dit kader hebben de vijf sectorraden op 29 november 2019 het advies ‘Slimme Verbindingen’ aan minister Slob en minister Van Engelshoven (Onderwijs) gepresenteerd.
Dit advies is een vervolg op de ontwikkelagenda ‘Lerend onderwijs voor een lerend Nederland’. Deze agenda is eerder dit jaar door de PO-Raad, VO-raad, MBO Raad, Vereniging Hogescholen en de VSNU gelanceerd en is een pleidooi voor een effectieve en duurzame kennisinfrastructuur. Uitgangspunten van ‘Slimme Verbindingen’ zijn dat kennis uit onderzoek voor het onderwijs toegankelijk, toepasbaar en betrouwbaar is en dat er meer onderzoek plaatsvindt naar vraagstukken uit het onderwijs. Dit vraagt om een gelijkwaardige samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en andere relevante partijen. Het rapport ‘Slimme Verbindingen’ bevat een advies voor het realiseren van acht verbindingen tussen bestaande initiatieven, structuren, netwerken en digitale voorzieningen.
‘Slimme Verbindingen’ laat zien dat er een zogenoemd kennisknooppunt nodig is om activiteiten te bewaken, te coördineren en uit te voeren. Een belangrijke rol die in het advies aan het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) is toegewezen. Taken van het kennisknooppunt zijn onder andere dat onderzoek uitgevoerd wordt op basis van vraagstukken uit het onderwijs, bestaande kennis vindbaar en toegankelijk is, versnippering van kennis wordt tegengaan en dat er een landelijke kennisagenda komt met daarin de prioriteiten voor het onderwijsonderzoek.