Ons partnerschap wordt sterk gekleurd doordat het bestaat uit een samenwerkingsverband van het beroepsonderwijs (vmbo & mbo) en de lerarenopleiding. Enerzijds vanuit beroepsbeeld wat hieruit voortkomt en anderzijds door de achtergrond vanuit de beroepsgerichte praktijk. Daar leiden we samen leraren voor op en benutten zoveel mogelijk deze context, maar ook de verschillen tussen de verschillende beroepsspecifieke leeromgevingen. Zo leid je binnen het mbo-domein van gezondheidszorg bijvoorbeeld andere leraren op dan binnen het domein van orde en veiligheid. Die context heeft dan ook een sterke invloed op het werkplekleren binnen ons partnerschap.
De opleidingsschool is een vliegwiel in het partnerschap. Als een initiatief niet binnen het samen opleiden past, pakken we het alsnog in gezamenlijkheid op. Het partnerschap gaat daarmee over de grenzen van het samen opleiden heen. We komen er altijd samen uit, dat vertrouwen is er binnen ons partnerschap. Bijvoorbeeld over de domeintransitie binnen Fontys; sommige domeinen (zoals de Pedagogisch Technische Hogeschool) vallen officieel niet binnen de opleidingsschool, maar die studenten laten we toch al aansluiten. We blijven daar over in gesprek.
Maar ook op het gebied van inductie en professionalisering zetten we stappen in gezamenlijkheid. Rondom inductie vragen we lerarenopleiders van Fontys Leraren Opleiding Tilburg (FLOT) om ondersteunend te zijn en expertise te delen binnen het partnerschap op het vlak van inductie. Zij verzorgen bijvoorbeeld programma’s aan onze starterscoaches. Op het gebied van voortdurende professionalisering worden er trainingen verzorgd omtrent reken- en wiskunde-didactiek door lerarenopleiders. Daarnaast biedt het mbo nieuwe lerarenopleiders bij FLOT jaarlijks de kans een kijkje in de keuken van het mbo te nemen.
We weten elkaar makkelijk te vinden. De relatie is goed en we zien wat de meerwaarde is van elke partij binnen het partnerschap.
Het sleutelwoord binnen onze samenwerking is verbinding. We zijn letterlijk en figuurlijk ‘een goede buur’. Onze hoofdlocaties staan naast elkaar en die nabijheid maakt simpelweg dat de partners elkaar beter kennen en er vrij makkelijk samen zaken concreet worden opgepakt. Dat maakt dat we soms dingen makkelijker gerealiseerd krijgen. We voelen de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de regio Tilburg. Als FLOT te weinig stageplekken heeft, kunnen we altijd bij Onderwijsgroep Tilburg (OGT) terecht. We verkennen nu wel de positie binnen de regio: willen we Brabant breder versterken of blijft de focus op de regio Tilburg liggen?
Onze kracht zit in de driehoek rond de student, op de werkplek. De meeste schoolopleiders en instituutsopleiders werken al meer dan vijf jaar samen en stemmen makkelijk en veel af. Dit draagt bij aan een vorm van duurzaamheid wat ten goede komt aan het leerproces van de student. De dynamiek en de ervaring om samen het spel goed te spelen met het student als middelpunt is de essentie van wat we weten te realiseren en dit horen we gelukkig ook regelmatig terug van de studenten.
Qua organisatiestructuur zijn we niet zo sterk centraal aangestuurd. We hebben, ondanks dat het een partnerschap betreft van één mbo en één instituut, te maken met 21 scholen. Daarin vinden we het belangrijk dat de verschillen ertoe doen. De samenwerking staat in de praktijk juist heel stevig, ondanks alle verschillende opleidingen en locaties. Dit horen we terug op alle niveaus; van studenten, de opleidingsteams en de stuurgroep. Overigens worden tevens de lastige dingen benoemd, de ontstane cultuur maakt dit mogelijk. De betrokkenen uit het partnerschap gaan het gesprek aan omdat men elkaar en het samen opleiden de moeite waard vindt.