De academische leerkrachten Caroline Verschoor en Mara Nagtegaal runnen op hun scholen een zogenoemd ‘Primoraat’. Eén dag in de week doen zij praktijkgericht onderzoek in hun eigen school met het doel het onderwijs/de school te verbeteren. Beide basisscholen – De Bergse Zonnebloem en Park16Hoven in Rotterdam – vallen onder stichting BOOR, een bestuur dat zijn scholen actief stimuleert om een onderzoekscultuur te ontwikkelen. Adviseurs onderwijskwaliteit Saskia Klomps en Mariëlle Rijsmus hebben als bovenschools coördinatoren Onderzoeksagenda de taak om de Primoren te begeleiden.
Caroline en Mara zijn academisch geschoold. Caroline behaalde de master onderwijswetenschappen en Mara volgde de academische pabo. Naast hun werk als leerkracht voeren zij coördinerende taken uit en doen zij als Primor één dag in de week praktijkonderzoek in hun eigen school. “Ik vind het een grote meerwaarde dat ik me als Primor kan vastbijten in een thema en de diepte kan ingaan”, zegt Caroline. “Daar heb je normaalgesproken als leerkracht echt geen tijd voor. Ik vind het bovendien heel boeiend om de wetenschap en de praktijk met elkaar te verbinden.”
Het is één van de motieven om Primoraten op te zetten: academische leerkrachten werven, aan je binden en hun expertise optimaal benutten. Zeker met het huidige lerarentekort is dat heel belangrijk voor scholen. Daarnaast draagt een Primoraat bij aan onderwijsverbetering, schoolontwikkeling én aan de professionalisering van het team. De Primor gaat namelijk samen met (een deel van) het team aan de slag met een bepaald vraagstuk en/of een bepaalde innovatie.
“Het is heel krachtig dat je als Primor zelf onderdeel uitmaakt van de praktijk waarin je het onderzoek uitvoert”, vertelt Mara. “Je weet wat er speelt, je hoort en ziet veel, de lijntjes zijn kort, je ziet meteen wat de interventie oplevert en hoe collega’s en de directie erover denken. Doordat je middenin de organisatie staat, kun je theorie en praktijk beter met elkaar verbinden. Ook kun je een voorbeeld geven in het hebben van een onderzoekende houding, wat uiteindelijk wellicht als olievlek door het team gaat.”
Caroline en Mara hebben zich het afgelopen jaar eerst samen verdiept in ‘de lerende organisatie’, een thema waar stichting BOOR veel waarde aan hecht en dat de Primoren zelf ook aanspreekt. “We zijn over de lerende organisatie gaan lezen, we hebben gesprekken gevoerd met experts en hebben scholen bezocht die hierin al ver zijn”, vertelt Caroline. “Met al die kennis zijn we vervolgens naar onze eigen scholen gaan kijken: wat is relevant en haalbaar op mijn school? We zijn toen binnen het thema ‘lerende organisatie’ met ons praktijkonderzoek allebei een eigen richting opgegaan.”
Het onderzoek van Caroline richt zich op ‘de reflectieve dialoog’. Samen met het onderbouwteam – zes leerkrachten – onderzoekt ze hoe je een goede reflectieve dialoog kunt voeren en wat dat bijdraagt aan de lerende organisatie. “Dit thema past heel goed bij onze Daltonschool, omdat reflecteren en samenwerken twee van onze kernwaarden zijn. Het is zinvol om het onderzoek aan de kernwaarden koppelen, ook omdat leerkrachten dan minder het gevoel hebben dat ‘er iets bijkomt’.”
Voorafgaand aan de dialoog reikt Caroline de leerkrachten een artikel aan dat ze allemaal lezen. “Vervolgens voeren we hierover onder mijn leiding een gesprek van dertig minuten”, vertelt ze. “Als het goed is wordt impliciete kennis expliciet en leidt deze dialoog uiteindelijk tot actie. Je wilt bijvoorbeeld een bepaald boek of artikel gaan lezen of je gaat iets uitproberen in de klas. Vervolgens maken we een afspraak om dat terug te koppelen. Wat heeft de actie opgeleverd?”
Mara is op haar school aan de slag gegaan met Lesson Study, een cyclische methodiek waarbij leerkrachten samen lessen ontwerpen. Eén leerkracht geeft vervolgens de les, terwijl de anderen de leerlingen observeren. Op basis daarvan verbeteren ze samen de kwaliteit van de les hun lessen. “Doordat onze school erg groot is – we hebben meer dan 900 leerlingen, elk leerjaar bestaat uit 4 of 5 groepen – gaan overleggen en gesprekken vaak over praktische zaken en komen we er onvoldoende aan toe om met elkaar over onderwijsinhoudelijke zaken te praten”, vertelt Mara. “Lesson Study is een mooie manier om samen bezig te zijn met en gesprekken te voeren over de onderwijshoud. De leerkrachten die meedoen hebben eerst artikelen gelezen over het onderwerp van de ontworpen les, zodat ze evidence-informed aan de slag zijn gegaan.”
Saskia draagt samen met Mariëlle zorg voor de begeleiding van de Primoren van BOOR. “We komen eens in de vier weken bij elkaar om aan de hand van de fasen van de onderzoekscyclus te bespreken, hoe het gaat en feedback te geven op tussenproducten, zoals het onderzoeksplan. Ook maak ik waar mogelijk de verbinding met andere BOOR-scholen en probeer ik de Primoren te koppelen aan mensen uit mijn eigen netwerk, bijvoorbeeld van de hogeschool en de universiteit.”
Caroline en Mara zijn blij met deze ondersteuning, temeer daar ze weten dat het niet vanzelfsprekend is dat de werkgever dat faciliteert. Dat horen ze van collega-Primoren op de landelijke bijeenkomsten van de Beroepsvereniging Academici Basisonderwijs (BAB). “Die bijeenkomsten wonen we regelmatig bij”, vertelt Mara. “Daar wisselen Primoren activiteiten en ervaringen uit. Dat is leuk en leerzaam, maar ik heb nóg meer aan het sparren met Caroline. Dan kun je meer de diepte ingaan. Naast begeleiding is het trouwens ook belangrijk dat je als Primor wordt gesteund door de schoolleiding en dat je voldoende tijd krijgt. Het hangt natuurlijk af van de omvang van je onderzoek, maar wij hebben hiervoor één dag in de week en dat is mooi.”
Op dit moment zijn Caroline en Mara de enige twee Primoren binnen stichting BOOR, maar volgend schooljaar komen er maar liefst 12 Primoraten bij. “De sollicitaties zijn inmiddels afgerond”, vertelt Saskia. “Hoewel het een pré is dat Primoren wetenschappelijk zijn geschoold, is dat voor ons geen harde voorwaarde. We hebben dan ook een paar Primoren aangesteld die geen academische scholing hebben. Het belangrijkste is dat ze vergelijkbare capaciteiten hebben, gemotiveerd zijn en blijk geven van natuurlijk leiderschap en van een onderzoekende houding.”