We willen van en met elkaar leren, leggen de nadruk op eigenaarschap van zowel studenten als collega’s, we zijn ontwikkelingsgericht, geloven in ‘practise what you preach’; en we benutten de kracht van onze diversiteit. Bij alles wat we doen vragen we ons waarom we het doen, en of we wel de goede dingen doen. Papier is geduldig, maar maken we wat op papier staat ook concreet waar? We houden elkaar bij de les en spreken elkaar aan op dingen die minder goed gaan. Onze randvoorwaarden zijn goed geregeld: bijvoorbeeld facilitering van de schoolopleiders en werkplekbegeleiders, stagevergoeding voor studenten voor de afrondende stage, online rechten voor studenten. Wellicht ook bijzonder: studenten kunnen bij ons in Magister, krijgen de nieuwbrief voor het personeel: ze horen er echt bij.
We hebben een kernteam en vier ontwikkelteams rond de thema’s professionalisering, programma, onderzoek en inductie. De teams zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van alle gremia, het is een gemengd bedrijf in optima forma. Mensen in verschillende rollen, van verschillende scholen en verschillende instituten. Die mix wordt bovendien steeds verder uitgebouwd, kleinere partners komen nu veel meer aan bod dan bij de start van onze opleidingsschool het geval was. Iedereen hoort erbij, en dat moet in de praktijk zichtbaar zijn. We zoeken altijd naar een mix van routiniers en starters, van ervaring en een frisse blik. En ten slotte zitten we in Brabant en hebben we dus een bourgondische inslag: we zetten in op de persoonlijke en informele relatie en houden van bijeenkomsten rond een lunch of een borrel.