Kijkkader voor praktijken van samen opleiden

Het kijkkader is een handig instrument om bestaande praktijken van samen opleiden te analyseren en verbeteren of om nieuwe praktijken te ontwerpen. Het helpt om binnen uw opleidingsschool het gesprek over opleidingspraktijken op gang te brengen: waar zijn we tevreden over en wat willen we verder ontwikkelen? Aan de hand van negen ijkpunten brengt u – vanuit het verbindingsperspectief – een opleidingspraktijk in kaart.

Katern kijkkader

Dit katern geschreven door de Werkgroep gaat in op een aantal gebruiksmogelijkheden en onderbouwt de onderdelen van het kijkkader.

Ontstaan kijkkader

De Werkgroep Good Practices Werkplekleren heeft in 2016 en 2017 meer dan 40 goede praktijkvoorbeelden van samen opleiden verzameld. De voorbeelden zijn gebundeld in twee publicaties: Samen leraren opleiden. Parels uit de praktijk I en Parels uit de praktijk II. Deze reeks good practices riep de vraag op: waar ligt de gemeenschappelijkheid en wat zijn de onderliggende principes? Drie lectoren hebben op basis van een grondige analyse van de good practices uit ‘Parels uit de praktijk’ het eerste concept van het kijkkader ontwikkeld. Dat ontwerp is vervolgens in nauwe samenwerking met de makers van de good practices (school- en instituutsopleiders) in drie rondes verder aangescherpt. Het resultaat is een kader dat door de opleiders op de werkplek als herkenbaar en betekenisvol wordt gezien.

Opbouw kijkkader

Driehoek theorie-praktijk-persoon
De basis van het kijkkader is de driehoek theorie-praktijk-persoon (Kelchtermans, 2010), omdat opleidingspraktijken – in meer of mindere mate – de verbinding nastreven of realiseren tussen deze elementen:

  • Praktijk: de school als leeromgeving (lespraktijk, team, schoolomgeving, visie en missie);
  • Theorie: impliciete praktijkkennis van leraren en begeleiders, kennis uit boeken en expertkennis;
  • Persoon: persoonlijk functioneren student, zijn of haar identiteit, leervragen, doelen en reflecties

Negen ijkpunten met sleutelvragen
Vanuit het uitgangspunt van de verbinding tussen de drie elementen zijn negen ijkpunten bepaald waarmee elke bestaande of potentiële praktijk van samen opleiden onder de loep genomen kan worden. De ijkpunten met bijbehorende sleutelvragen hebben betrekking op het doel van de opleidingsactiviteit, vanuit welke punt van de driehoek de activiteit start, de ‘looproute’ vanuit dit startpunt, de inhoud van de activiteit, de interacties en actoren, de methodieken en tools, en tot slot de leeropbrengsten.